geen boon 1.0
helemaal niets; totaal niet
Algemene voorbeelden
Asgrauw haalde ik de eindstreep van de nota. Ik was er geen boon wijzer van geworden. Er stond in die nota... niets! Niet één mensenwoord! Niet één idee!
Asgrauw haalde ik de eindstreep van de nota. Ik was er geen boon wijzer van geworden. Er stond in die nota... niets! Niet één mensenwoord! Niet één idee!